Dit bericht had net zo goed “De beste boeken van 1987” kunnen heten, want het gaat geenszins om boeken die in 2011 verschenen zijn, ik ben immers geen recensent en een overvloed aan vrije tijd heb ik al helemaal niet. Het gaat eenvoudigweg om de boeken die ik in het afgelopen jaar gelezen heb en waaruit deze korte lijst samen te stellen was, vooral om de nummer 1 zo verpletterend was:
- Alexandre Dumas – De graaf van Montecristo
Onlangs in een nieuwe vertaling verschenen, dus bijzonder leesbaar, is dit bijna 1200 pagina’s tellende meesterwerk van Dumas père. Ik moet eerlijk zeggen dat ik aanvankelijk niet zat te wachten op een boek over een of andere malloot die opgesloten wordt in een kerker en later wraak neemt. Een enthousiaste recensie van Pieter Steinz in Het Parool trok mij over de streep. En terecht! Een klassieker op het hoogste niveau in de trant van Stendhal, Poesjkin, Lermontov, Brontë. - Giorgio Bassani – De tuin van de familie Finzi-Contini
- Boelgakov – De meester en Margarita
Nog een klassieker in de lijst. Mijn bespreking is half af en ligt bestoft in een hoek. Ik zal hem eens opsnorren.
- Anton Dontsjev – Tijden van verandering
- W.F. Hermans – Herinneringen van een engelbewaarder