Nadat ik een aantal boeken van Dostojevski gelezen had, was ik zo gegrepen dat ik besloot om Russisch te gaan studeren. Tijdens mijn studie maakte ik met een lawine aan andere Russische schrijvers bekend en raakte Dostojevski wat op de achtergrond. De afgelopen periode had ik meer tijd om te lezen en trok ik een voormalige tip van mijn professor Weststeijn uit kast: De jongeling.
De jongeling past in een lange traditie van romans die handelen over de moeizame vader-zoonrelatie. Dit onderwerp is natuurlijk niet voorbehouden aan Russische auteurs, maar zij weten er wel raad mee. De bekendste exponent is natuurlijk Toergenjevs roman Vaders en zonen, waar de klassieke botsing gepaard gaat met de in de tijd van het boek heersende gedachten over idealisme, pragmatisme en nihilisme.
Zelf heb ik mij enige tijd geconcentreerd op de vader-zoonverhoudingen in het werk van Andrej Platonov. Het bijzondere bij Platonov vond ik de omkering van de vader-zoonrol. De vaders zijn vaak apatisch, er komt niets uit hun handen. De zonen, en dan met name de allerjongste, steken hun handen uit de mouwen, dragen het leed van de wereld en bepalen wat er gebeurt. De vaderlijke apathie in zijn uiterste vorm resulteert in een vader die onmachtig is om kinderen voort te brengen, zoals Platonov beschreef in het sombere verhaal De Potoedan-rivier (verfilmd door Aleksander Sokoerov als De eenzame stem van de mens). In dit verhaal stond Platonov sterk onder de invloed van de denkbeelden van de negentiende-eeuwse christelijke filosoof Nikolaj Fjodorov. Ook Dostojevski was onder de indruk van de filosofie van Fjodorov, maar of dat een weg vond in zijn boeken is mij niet bekend. In De jongeling heb ik er niets van teruggevonden.
De hoofdpersoon in De jongeling is de aankomend student Arkadi Makarovitsj Dolgoroeki, die – zo blijkt al snel – een buitenechtelijk kind is van zijn landheer en daarom eigenlijk Arkadi Andrejevitsj Versilov zou moeten heten. In het boek worden beide namen gebruikt, wat de helderheid niet ten goede komt.
Arkadi is een product van twee vaders. Zijn officiële vader is een voormalig lijfeigen boer, die een strannik geworden is (min of meer een zwervend persoon die zijn bestaan in dienst stelt van (het zoeken naar) God). Tegenover de duidelijke christelijke ideeën van zijn pleegvader staat het enigszins vage idealisme van zijn echte vader, Andrej Versilov.
Arkadi is van beide mannen enorm onder de indruk en doet zijn uiterste best om geestelijk dichter bij hen te komen. Dat lukt maar ten dele. Doordat zijn vader Versilov handelt als een schizofrene neuroot, krijgt Arkadi geen vat op hem. Complicerend werkt hierbij de liefde die zowel vader als zoon hebben opgevat voor dezelfde vrouw.
Kenmerk van Dostojevski’s romans is dat je door overrompelende gebeurtenissen het boek ingezogen wordt. Karel van het Reve bestempelde het werk van Dostojevski ook wel als ‘keukenmeidenromans’. Voor een keukenmeidenroman bevat De jongeling echter te veel ideeën. Het verhaal is echter bij tijd en wijle wel overspannen. De schrijfstijl is dat ook. Het lijkt wel of de auteur verschrikkelijke haast had en zich over de zinnen struikelend naar het einde repte. Daarom kostte het mij wel een bladzijde of 100 om aan de stijl te wennen en mij mee te laten slepen door het verhaal. Maar als je eenmaal opgeslokt bent door het boek, lost de wereld om je heen op in het niets en bevind je je in het negentiende-eeuwse Sint-Petersburg. De laatste 100 pagina’s zi
2 Responses to De jongeling – Dostojevski