Een dagje naar het strand – Heere Heeresma

Een dagje naar het strand is een fantastische titel voor het verhaal dat niet bepaald een vrolijk en zonnig uitje naar het strand beschrijft. Om een e-reader te proberen wilde ik deze korte roman van Heere Heeresma na 25 jaar herlezen. Veel kon ik me er niet meer van herinneren. Veel regen en Hollandse grauwheid.

Bij herlezing viel me direct de archaïsche en poëtische taal op. Het verhaal is geschreven in 1961. Hoewel het een lekker dun boekje is, denk ik dat weinig scholieren er tegenwoordig mee uit de voeten kunnen.

Wat ik me totaal niet meer kon herinneren was dat de hoofdpersoon een alcoholist is. Bernd is werkeloos en platzak. Door zijn nichtje (dochter?) een dagje met uit te nemen naar het strand, kan hij zijn vriend Carl wat geld afhandig maken dat hij voornamelijk gebruikt om aan zijn drankzucht te voldoen. Aanvankelijk maakt Bernd indruk met zijn vindingrijkheid om én zijn nichtje Walijne een leuke dag aan het strand te bezorgen en tegelijkertijd zo snel, zo vaak en zo onopvallend mogelijk een biertje achterover te slaan, het liefst zonder ervoor te betalen. Maar wanneer Bernd steeds verder beneveld raakt, verdwijnt Walijne langzaam uit beeld totdat bij Bernd het licht helemaal uitgaat.

Hoewel het wrang is te zien dat de onvoorwaardelijke liefde van het meisje steeds minder weerklank vindt, ken ik geen mooiere beschrijving van iemands verlangen naar drank en de daaropvolgende onvermijdelijke ondergang. De prachtige beschrijvingen van het verlaten strand (met de “stoffige doffe geur van zand”) in de miezerregen versterken die ondergang: “het zand zag eruit als een onaantrekkelijke bruine koek, gekloofd en geschonden door gravers en fortenbouwers.”