Levitt/Dubner – Freakonomics

Steven Levitt heeft als econoom veel stof doen opwaaien door zijn inventiviteit en zijn neiging zaken van een andere kant te bekijken. Dat resulteert in een nieuwe kijk op economie, “Freakonomics” genoemd. (Volgens mij is het gewoon sociologie, en blijkbaar is Levitt de eerste die economische rekenformules loslaat op sociologisch terrein.)

Levitt benadrukt dat je bij het trekken van conclusies goed moet kijken of er een verschil is tussen causaliteit of correlatie. Heel vaak blijkt er een correlatie te bestaan, maar is het aantonen van causaliteit een stuk lastiger. Daar komen de cijfers de econoom Levitt van pas.

“Dat bij een transactie de ene partij over meer informatie beschikt dan de andere is heel gebruikelijk. Economen noemen dat informatie-asymmetrie. We accepteren het als een algemene waarheid van het kapitalisme dat de een (meestal een deskundige) meer weet dan de ander (meestal een consument). Maar door het internet heeft de informatie-asymmetrie overal ter wereld onherstelbare schade opgelopen.”

Zo heeft Levitt aangetoond dat de belangrijkste oorzaak van de enorme daling van criminaliteit in de VS in de jaren 90, de legalisering van abortus 20 jaar eerder was.

Een aantal andere interessante inzichten:

  • Makelaars laten, als zij hun eigen huis verkopen, hun huis langer te koop laten staan en weten het gemiddeld voor 3% meer te verkopen dan de huizen die ze voor anderen verkopen. Levitt wijt dit eraan dat de extra winst voor de makelaar (bij bijvoorbeeld een meerprijs van 10.000 euro) niet in verhouding staat tot de moeite die hij erin moet steken. (Ik heb zelf wel eens gedacht dat de incentive voor een makelaar groter is als je met staffels werkt en de makelaar meedeelt als hij het onderste uit de kan weet te halen.)
  • Er zijn vier belangrijke factoren die de hoogte van iemands salaris bepalen. Het aantal mensen dat bereid en in staat is om bepaald werk te doen, de vereiste specialistische vaardigheden, de onaangenaamheid van het werk en de vraag naar de diensten die je met dat werk levert.
  • De wijze waarop ouders hun kinderen opvoeden heeft weinig invloed op hun schoolresultaten. Veel belangrijker is het opleidingsniveau van de ouders (IQ is sterk erfelijk bepaald). Je kind voorlezen of meetronen naar musea levert in het geval van schoolprestaties geen duidelijk voordeel op. Met andere woorden: wat ouders zijn is veel belangrijker dan wat ouders doen.
  • Blanke en zwarte ouders in de VS geven hun kinderen zeer verschillende namen. Dit verschil is sinds 1970 enorm toegenomen. Je kind een “zwarte naam” geven getuigt tegenwoordig van solidariteit met de zwarte gemeenschap. Daarnaast constateert Levitt het verschijnsel dat laag opgeleide ouders voornamen kopiëren van hoog opgeleide ouders, die daardoor op hun beurt op zoek gaan naar nieuwe onderscheidende namen.