Toen ik een jaar of vijftien was verslond ik de boeken van illustere tienerauteurs als Thea Beckman en Paul Biegel. Voor volwassenliteratuur had ik geen belangstelling. Toch zou ik niet lang daarna de overstap maken.
Rond die tijd werd op tv de film Le due vite di Mattia Pascal uitgezonden, een verfilming van Luigi Pirandello’s roman Wijlen Mattia Pascal met Marcello Mastroianni in de hoofdrol. Het sujet is spreekt tot de verbeelding: Een zakenman op reis leest in de krant dat zijn stoffelijk overschot is gevonden in een greppel bij zijn woonplaats. Deze vergissing doet hem besluiten zijn leven opnieuw vorm te geven. Als hij daarna ook nog een flinke som geld wint in het casino, kan hij zijn geluk niet op…
In de boekenkast van mijn moeder vond ik vervolgens een boekje waar een casino op de kaft stond afgebeeld. (De roulette fascineerde mij inmiddels, ik had zelfs mijn eigen casinospel). Het was een Prismapocket van Dostojevski’s De speler.
De speler vond ik een schitterend boek. Rijke adel, liefde, gokken, reusachtige winsten, dramatisch verliezen en een aansprekend beschrijving de de negentiende eeuw: een prachtige binnenkomer in de wereldliteratuur. Het boekje had een nawoord en was uitgebreid geannoteerd. Zo leerde ik dat het tsaristische Rusland een fascinerend rangenstelsel voor ambtenaren had. En dan nog al die exotische Russische namen!
Sindsdien was ik veelvuldig in de bieb te vinden. Eerst stonden de Dostojevski’s op de leeslijst: Witte nachten, Arme mensen, De dubbelganger, Het dorp Stepantsjikovo en zijn bewoners. Via de achterflap of het nawoord kom je in aanraking met andere negentiende-eeuwse Russen:
Alexander Poesjkin: De kapiteinsdochter, Schoppenvrouw, De verhalen van wijlen Ivan Bjelkin.
Gogol: De neus, De mantel, Dagboek van een gek.
Tolstoj: De kozakken, De dood van Ivan Iljitsj, De kreutzersonate.
Toergenjev: Eerste liefde, Lentebeken, Asja.
Ljermontov: Een held van onze tijd.
Allemaal zeer aansprekende korte verhalen, novelles en bondige romans. Allemaal scheppen ze een spannend en geromantiseerd beeld van het oude Rusland. Prachtige boeken, stuk voor stuk! Maar de Russen hebben een zware naam in Nederland: filosofie, geloof, getheoretiseer. Eén personage lijkt wel vijf verschillende namen te kunnen dragen: Kolja, Nikolaj, Nikolaj Andrejevitsj en Nezjoerin kunnen allemaal hetzelfde personage aanduiden.
Oorlog en Vrede, De gebroeders Karamazov of Misdaad en Straf zijn misschien niet de beste instappers voor de lezer die voor het eerst een Rus ter hand neemt. Maar begin eens met de verhalen van Poesjkin. In het uitzonderlijke geval dat je daar niks aan vindt, weet je direct dat je de overige negentiende-eeuswe Russen ook links kunt laten liggen. Ik moet er niet aan denken!