Simon Vestdijk – Rumeiland

Tip van Martin Ros: Rumeiland, een historische avonturenroman van Simon Vestdijk. Rumeiland (1940) speelt in 1737. De Engelsman Richard Beckford wordt naar Jamaica gezonden om uit te zoeken waarom inkomsten van de suikerplantage van zijn familie plotseling drastisch zijn teruggelopen. Richard – een Oxford alumnus – beweegt zich zelfverzekerd in de hoogste kringen op het eiland, ontdekt het een en ander over de plantage, maar raakt vooral in vuur en vlam van de vrouw van de gouverneur.

Vestdijk moet zich uitvoerig in het onderwerp ingelezen hebben, want Rumeiland wemelt van historische details en nauwkeurige beschrijvingen van de plaatselijke natuur. Vestdijk is nooit op Jamaica geweest, maar dat blijkt nergens in het boek. De levendige, nog steeds zeer leesbare roman, deed mij qua sfeer denken aan De graaf van Monte Christo en Stendhal’s Rood en zwart.

Uit de Vestdijkkroniek:

In een brief van 27 oktober 1941 aan Theun de Vries schrijft Vestdijk, dat drie aspecten aantrekkelijk voor hem zijn in de historische roman: 1. Het verleden als zodanig, om het verleden zelf, het onbekende en als zodanig fascinerende, 2. ‘De mogelijkheid romantische verwikkelingen op een mysterieus en toch niet geheel ontoegankelijk schouwtooneel uit te spinnen’ en 3. ‘een zekere drang tot mystificatie […] in den zin van half ironische verschuivingen, parallellen met het hedendaagsche, schijnbare instructiviteit, etc.’

De sociale aspecten worden bij Vestdijk nooit beklemtoond, maar ze zijn wel degelijk aanwezig in zijn beschrijvingen en vooral in de wijze waarop hij zijn personages neerzet. Zo geeft Rumeiland een scherp beeld van de sociale en raciale ladder op Jamaica, waarin ook familieleden in een hiërarchische verhouding tot elkaar staan, en die verhoudingen hangen samen met hun afkomst en de (ras) zuiverheid van hun bloed.

Kees Snoek (Vestdijkkroniek)