De boerenopstand van Jemeljan Poegatsjov (1773-1775)

De protesten van de laatste maanden tegen Vladimir Poetin staan niet op zichzelf. Al vele eeuwen komt het onderdrukte Russische volk tegen zijn hardvochtige heersers in opstand. Meestal gaat het er van beide zijden niet bepaald zachtzinnig aan toe.

De Russische Revolutie zou je de meest succesvolle opstand uit de Russische geschiedenis kunnen noemen. Het feodale tsarisme wordt opgeruild voor een uniek communistisch experiment. Maar ook voor in de negentiende eeuw het socialisme voet aan de grond kreeg in tsaristisch Rusland vonden er opstanden plaats, veelal ingegeven door maatschappelijke ongelijkheid, onderdrukking en honger. Een van de bekendste opstanden is die van Jemeljan Poegatsjov.

Poegatsjov is in 1742 geboren in de Zuidrussische regio Wolgograd. Over zijn vroege jeugd is weinig bekend. Als jonge officier vocht hij mee in de Zevenjarige Oorlog tegen Pruisen. Enkele jaren later onderscheidde Poegatsjov zich in de oorlog tegen de Turken. In 1771 deserteerde hij echter uit het leger. De redenen hiervoor zijn niet helemaal opgehelderd. Tijdens zijn desertie werd Poegatsjov meerdere keren opgepakt en wist hij telkens te vluchten. Hij kwam in contact met oud-gelovigen die in die tijd streng vervolgd werden.

Jemeljan Poegatsjov

In 1772 brak er een opstand uit in de buurt van Orenburg, destijds een (oostelijke) buitenpost van het tsaristische rijk. Poegatsjov sloot zich bij de opstandelingen aan en deed zich voor als Peter III. Peter de Derde was de onder duistere omstandigheden vermoorde echtgenoot van tsarina Catharina de Grote. De mystificatie van zijn dood leidde ertoe dat er meerdere opstandelingen zich voor hem uitgaven. (Dat was in Rusland overigens geen nieuw procedé, denk aan de Valse Dimitri die Boris Godoenov ten val bracht.) Poegatsjov was verreweg de succesvolste ‘samozwanets’.

In 1773 werd Poegatsjov opnieuw opgepakt en naar Kazan verbannen, maar ook daar wist hij te ontsnappen. Hij verzamelde een aantal kozakkenleiders om zich heen en smeedde een leger van opstandige kozakken en boeren die zich tegen de lijfeigenschap verzetten. Ook leden van etnische minderheden, zoals Tataren, Basjkieren en Kalmukken sloten zich bij hem aan.

Het beleg van Kazan (ten tijde van de boerenopstanden) werd Poegatsjovs grootste succes en zijn ondergang. Op niet altijd even zachtzinnige wijze wist Poegatsjov honderden mannen om zich heen te verzamelen. Gevangengenomen soldaten werden terechtgesteld als zij Poegatsjov niet als de nieuwe tsaar wilden erkennen. Daar stonden vele kozakken tegenover die zelf overliepen naar Poegatsjov, met wie zij meer verwantschap voelden.

De manschappen van Poegatsjov veroverden een aantal voorposten van Kazan. Bij één ervan werd de commandantsdochter Tatjana Charlova ontvoerd, die door toedoen van Poegatsjov weduwe was geworden. Poegatsjov voegde haar toe aan zijn gevolg. Nog geen maand later werd zij door enkele kozakken die geen vreemde invloedssferen rondom Poegatsjov toestonden, om het leven gebracht. Op deze treurige geschiedenis baseerde Aleksandr Poesjkin zijn overtuigende roman De kapiteinsdochter.

In 1774 nam Poegatsjov Kazan in. Op dat hoogtepunt werd hij gevolgd door enkele duizenden strijders. De inname van Kazan was voor Catharina de Grote het sein om het leger naar de Oeral te sturen. Toen hij tij keerde wist een groep kozakken bij het tsaristische leger genade te verkrijgen in ruil voor de uitlevering van Poegatsjov. Poegatsjov werd in een open kooi naar Moskou gereden en daar op 21 januari 1775 eerst onthoofd en daarna gevierendeeld.