Een korte geschiedenis van Irak – I

De Osmaanse provincies Bagdad, Basra en Mosoel

Sayyid Talib al-Naqib (naqib al-ashraf van Basra), ca. 1912De staat Irak met zijn huidige grenzen bestaat nog geen 85 jaar. In de honderden jaren ervoor kwamen de drie Mesopotamische provincies Mosoel, Bagdad en Basra goeddeels overeen met het huidige Irak. Deze drie provincies waren onderdeel van het Ottomaanse Rijk en hadden niet bijzonder veel met elkaar te maken.

De steden betaalden belasting aan Istanboel, maar het platteland kende een sterke tribale traditie, waar stammenleiders de feitelijke macht uitmaakten. Naast de drie Ottomaanse provincies bevonden zich in het noorden van het huidige Irak nog enkele zelfstandige Koerdische vorstendommetjes.

De ‘Irakese’ provincies leefden hoofdzakelijk van landbouw en van tussenhandel tussen India en Europa. De steden Bagdad en Basra blonken niet uit in loyaliteit jegens de sultan. In het begin van de negentiende eeuw, toen de Turkse sultan zich met grotere dreigingen vanuit Europa geconfronteerd zag, werd eenheid binnen het Osmaanse Rijk belangrijker. De Mesopotamische provincies werden min of meer heroverd. Verzwakking van het tribalisme werd een belangrijk politiek doel van Istanboel, maar dit doel bleek lastig te verwezenlijken. Lokale ambtenaren waren te afhankelijk van de bestaande machtsverhoudingen.

In het begin van de twintigste eeuw leidde een beweging van vooruitstrevende Turken tot de val van de sultan. Er werden hervormingen doorgevoerd die ondermeer een sterker centraal gezag in Istanboel tot gevolg hadden. Als reactie op deze ‘turkificatie’ kwam in de Arabische provincies, waar ook Mosoel, Bagdad en Basra toe behoorden, een heftige oppositie op.

In de Eerste Wereldoorlog koos Turkije de kant van Duitsland. Reeds in 1914 bezetten Engelse troepen Basra. Na afloop van de oorlog werd het Ottomaanse Rijk opgedeeld en ontstond de staat Irak onder Engels mandaat.

(Dit is een samenvatting van Hoofdstuk 1 van “Irak – een geschiedenis” van Charles Tripp)