Der kleine Bruder – Sven Regener

Probeer maar eens een goed én leuk boek vinden, terwijl je kennis van het Duits nog niet optimaal is. En dat je die boeken dan ook nog op je leeslijst moet zetten! Godzijdank is er tegenwoordig de trilogie over Frank Lehmann van de Duitse schrijver Sven Regener.

Over Herr Lehmann en Neue Vahr Süd schreef ik al eerder. Der kleine Bruder is het derde deel uit de serie, maar is chronologisch het tweede boek, na Neue Vahr Süd. In dit boek zien we hoe Frank vanuit Bremen naar Berlijn verhuist, waar zijn grote broer woont, die kunstenaar is.

Zomaar even een boek in het Duits lezen is niet voor iedere Nederlander weggelegd. Gelukkig kent het Duits veel woorden die lijken op hun Nederlandse equivalent. Zo betekent “kleine” gewoon “kleine” en het Duitse “Bruder” is in het Nederlands “broer”. Dat valt mee toch?

Is dan het hele boek Der kleine Bruder makkelijk leesbaar? Probeer de volgende passage eens te begrijpen. Frank en Karl drinken in de kroeg een biertje en Frank vraagt waar het atelier van zijn broer eigenlijk is:

– Wo is das Atelier von Freddie?
– In der ArschArt-Galerie, sagte Karl in sein Glas hinein.
– Wo?
– In der ArschArt-Galerie.
– Wo?
– In der ArschArt-Galerie, verdammt nochmal.
– Ja, ja, gehört hab ich’s schon, sagte Frank bissig, aber ik kann’s kaum glauben: ArschArt-Galerie, ja?

Als je hier chocola van kunt maken, probeer dan de rest van het boek ook maar! Al lezend leer je allerlei woorden die je voorheen niet kende. En je hoeft ze heus niet allemaal op te zoeken in een woordenboek.

Karl is niet zo een fan van de Reichenbergerstraat in de wijk Kreuzberg:

“Schau dir die Reichenberger Straße an”, sagte er und schnupperte die kalte, scharfe Luft, “das ist wirklich die Pißrinne von Kreuzberg! Deprimierend, wenn mann da drin wohnt.”

Had jij ooit van het woord Pißrinne gehoord? Ik niet, maar ik snap meteen de betekenis, hehe.

Oja, stel je voor dat jij nog een hee-eel ouderwetse leraar Duits hebt, die de boeken van Regener “geen literatuur” vindt. Tsss. Die vindt dan bijvoorbeeld het taalgebruik niet zo netjes. Of hij merkt op dat het karakter in het boek “geen ontwikkeling” doormaakt. Stuur die leraar maar aan mij door, dan komt alles gut.