Ewald Engelen is mijn favoriete columnist. Hij schrijft over economie en politiek, is soms wat kort door de bocht, maar hij kent geen taboes en stapt iedereen op zijn tenen, bij voorkeur zijn eigen lezerspubliek bij De Groene Amsterdammer. Hij combineert scherpzinnigheid aan een uiterst leesbare schrijfstijl, zijn zinnen zijn als witte wolken aan een strakblauwe hemel.
Laatst zag ik hem op tv, waar hij een braaf en kundig economisch verhaaltje hield. In De Groene van deze week laat hij zich weer van zijn compromisloze zijde zien en berijdt hij een aantal van zijn stokpaardjes. Eigenlijk moet ik zijn hele column citeren, maar omdat ik dan vast wat juristen in mijn nek krijg, hierbij enkele highlights:
Over premier Rutte: “Wie over zoveel intellectuele lenigheid beschikt, is of een pathologisch opportunist of een groots acteur.”
“Terwijl de oppositie de aangekondigde bezuinigingen heeft aangegrepen om wegdrijvende kiezers met grote woorden over ‘kaalslag’ en ‘slagers’ aan zich te binden, moet je het kabinet nageven dat het met hoger onderwijs en cultuur precies die middenklassenhobby’s te pakken heeft die de ‘omgekeerde solidariteit’ van de Nederlandse verzorgingsstaat belichamen.”
Over de woeste reacties op de cultuurbezuinigingen: “Het zijn de holle frasen van een babbelende kaste die doodordinair eigenbelang drapeert in quasi-universele mooipraat. Inhoudelijke argumenten voor staatssubsidie zijn er niet.”
Maar denk niet dat Engelen een groot aanhanger is van dit kabinet, “dat alle grote dossiers mijdt: de verstopte woningmarkt, de vergrijzing, het sleetse onderwijs, de armzalige kinderopvang, de tweedeling op de arbeidsmarkt.”
Pak ze, Ewald!