Wonen in Amsterdam kan veel beter

“De gemeente Amsterdam en de Amsterdamse woningcorporaties gaan de komende tien jaar fors investeren in de bouw van woningen voor zowel de lage als de middeninkomens” staat vandaag te lezen op Amsterdam.nl. Het verbaast mij enorm dat er in een toch rijkelijk met armoede bedeelde stad als Amsterdam nog zoveel nieuwe woningen voor de armen bij gebouwd moeten worden.

Zien ze in het stadhuis niet dat de verhouding tussen sociale huurwoningen en koopwoningen behoorlijk scheefgegroeid is? Er zijn veel te veel sociale huurwoningen, waardoor veel potentiële kopers, al dan niet noodgedwongen, uit moeten wijken naar randgemeenten om prettiger of goedkoper te kunnen wonen.

“Nou laat die ‘potentiële kopers’ lekker wegtrekken als het hun hier niet bevalt”, zou een reactie kunnen zijn. Een groot nadeel is echter dat zij – en niet de bewoners van de sociale huurwoningen – in onze stad werkzaam zijn. Daardoor kampen we bijvoorbeeld dagelijks met belachelijk lange files op de A10.

Hoewel veel mensen mobiliteit als een zegen zien, zie ik het als een kwaad waar we zeer veel tijd en milieu aan opofferen. Mensen zouden daarom dicht bij hun werk moeten wonen. In Amsterdam is veel werk geconcentreerd, dus het meest logisch zou zijn dat de mensen die hier werken, ook hier wonen.

Huizenrij in Amsterdam

Economisch gezien maakt het voor een werkloze, een bejaarde of een student niet uit of hij in Amsterdam of in Bovenkarspel woont, maar voor een werknemer (die meebetaalt aan het welzijn van die werkloze, bejaarde en student) zou het veel gunstiger zijn om ‘s ochtends in tien minuutjes naar zijn werk aan de Zuidas te fietsen. De voordelen voor het milieu zullen trouwens significant zijn.

Daarom moet het bestand aan sociale huurwoningen in de stad snel teruggebracht worden tot maximaal 5%. Woningbouwverenigingen kunnen hun energie beter besteden aan het samenvoegen en opknappen van de huidige huurwoningen, zodat zij die voor een eerlijke prijs aan de arme forens kunnen verkopen.