Akureyri

Als alles volgens plan verloopt arriveren we vandaag in Akureyri. Een zekere Jan uit Leeuwarden is hier ook al eens geweest:

Akureyri

Bij Akureyri heb ik geslapen
Naast den dondrenden waterval
Alleen en weerloos en zonder wapen,
In een woest en leeg heelal.

Leeg van boomen, vol rotsblokken,
In de lucht hingen kale gieren,
Rendieren en schapen zwierven als vlokken
Aan den rand van verre rivieren.

En het voorstnellend water sleep
Dieper de bedding van hard graniet.
Ik sliep en toch was het als ging ik scheep
Naar een nimmer bezocht gebied.

Ik sliep zoo diep en zoo gerust
Als nooit tevoren in veilig bed,
Terwijl wie weet aan welke kust
Ik als schikbreukling werd gered.

Terwijl een godenreuzenkamp
Tijdens mijn sluimer werd voltrokken,
Onder bedekking van den damp,
Met kogelregens van lavablokken.

Eindelijk moest ik weer ontwaken,
Ik zag dat de blokken anders lagen,
De maan dreef als een wankel baken,
Ik zag de avond aan voor een dagen.

Wel lag ik nog op dezelfde steenen,
Onder donderde ’t water neer,
Het gras stond hooger tusschen mijn beenen
En mijn schip lag er niet meer.

Maar deze slaap was het weldadigst
Wat mij op aarde beschoren was,
Daar al mijn worstlen in ’t gewelddadigst
Waterwentlen verloren was.

In Akureyri heb ik geslapen
Aan den rand van de waterval,
Helder en sterk ben ik herschapen
In de rust van het kraterdal.

J. Slauerhoff

Toen Slauerhoff in 1928 IJsland bezocht beklaagde hij zich over “‘t vele hollandsche toeristenpubliek” dat “de grootsche landschappen bedierf door hun gezeur”. Wij beloven plechtig dat we niet zullen zeuren vandaag!

    » Akureyri
    » Een ander gedicht van Slauerhoff
    » Der Uwe ist auch in Akureyri gewesen.